Au-delà du choc, au-delà de l’incrédulité, au-delà des intentions sincères qu’une telle attaque ne se reproduise plus, au-delà des nouvelles ressources et le nouveau personnel, ce constat demeure : les missions essentielles de l’État, dont la justice et la sécurité, sont systématiquement négligées. Un changement est-il envisageable et réalisable ?
De affaire Dutroux. De terreur van 2016. De aanslag van 2023. Een emotioneel incident legt faliekante gebreken bloot in de werking van politie, justitie of veiligheid. Een politieke oproer later volgen extra maatregelen, personeel en middelen. Tot het volgende ontluisterende onheil de bevolking schokt en de politici opschrikt.
We kunnen hier met veel cynisme een typisch Belgisch verhaal vertellen. Van die ondoorzichtige lasagne aan bevoegdheden en diensten, die eindigt in systemische onverantwoordelijkheid. Van die onderbemande en onder-gemanagede justitie of veiligheidsdiensten waar digitalisering een spook is dat blijft rondwaren zonder levensecht te worden. Van die dossiers in kasten, vervallen gebouwen in steigers, databanken die niet bestaan of niet werken. Materiaal genoeg voor Belgische blamage en zelfkastijding.
Allemaal waar, allemaal belangrijk, maar er is ook een diepere waarheid. En wel deze: de traditionele kerntaken van de staat worden verwaarloosd. Politie, justitie, veiligheid en defensie zijn hooguit een paar procentpunten van onze jaarlijkse welvaartscreatie waard. Openbare orde en veiligheid staan gemiddeld voor minder dan 2 procent van het nationale BBP in de Europese Unie waar de gemiddelde totale overheidsuitgaven nochtans boven de 50 procent van het BBP liggen. Van dat patroon wijkt België een beetje af – gemiddeld iets meer voor justitie, iets minder voor defensie – maar niet fundamenteel.
De kerntaken van de staat zijn die van de klassieke nachtwakersstaat. Ze zijn in verdrukking door de opkomst van de verzorgingsstaat. Publieke sociale uitgaven – werkloosheid, pensioenen en gezondheidszorg op kop – bedragen in Europa gemiddeld zowat 30 procent van het nationale BBP. Europa, België inbegrepen, besteedt zowat tien keer meer belastingmiddelen aan sociaal beleid dan aan veiligheid, justitie en defensie samen.
Wie zich afvraagt waarom een evidente kerntaak als het garanderen van de integriteit van het grondgebied op volksverhuizingsschaal wordt geschonden, hoeft dus niet verder te zoeken. De bedenking van premier De Croo dat illegalen ofwel uitgewezen moeten worden, ofwel moeten worden bewaakt in afwachting van hun uitwijzing, konden commentatoren als utopisch populisme wegzetten. Beide standpunten kloppen. In een normale staat zou illegaliteit amper mogen bestaan en zouden aanklampen en uitleveren inderdaad een nationale discipline moeten vormen. Maar België is geen normale staat meer wanneer het zijn kerntaken dermate verwaarloost dat we zelfs niet weten hoeveel honderdduizenden illegalen hier verblijven.
Die abnormaliteit is dus ook de Europese norm, maar dat kan niet lang meer blijven duren. Je kan een welvaartsstaat niet combineren met de chaos van ongecontroleerde of gefaalde immigratie. Ofwel betert het laatste, ofwel ondermijnen we het eerste. Met andere woorden: een betere nachtwakersstaat wordt steeds belangrijker voor de legitimiteit en het behoud van de verzorgingsstaat. Als dat niet lukt, wenkt de inperking van de sociale zekerheid tot wie daar legaal aan bijdraagt. Kijk maar naar de verkiezingsprogramma’s ter rechterzijde.
Kunnen we de nachtwakersstaat nog versterken zonder de verzorgingsstaat te verzwakken? Immigratie, mensensmokkel, asielzoekers, daklozen, extremisme, oorlog: het vergt meer middelen terwijl de vergrijzingskosten voor de verzorgingsstaat oplopen en de begrotingen ontsporen. Wie de balans van de staat opnieuw richting kerntaken wil verleggen, zegt twee zaken: besparen op sociale uitgaven en beperken van persoonlijke vrijheden, in ruil voor meer controle, toezicht en handhaving. Wie wint daarmee de verkiezing? Geen wonder dat we van incident naar incident gaan.
Verschenen als column in Trends van 26.10.2026