We are lacking in fiscal and budgetary capacity. But we can reflect on using families' excess savings for strategic investment needs.
Vorige week vond onder het Belgisch voorzitterschap misschien wel de belangrijkste Europese top in jaren plaats. De inzet was niet een urgent sanctiepakket tegen Rusland of een steunpakket voor Oekraïne, maar de manier waarop wij in Europa op langere termijn slagkrachtig willen zijn tegenover een vijandige wereldwanorde. Geïnspireerd door een rapport van de gewezen Italiaanse premier Enrico Letta, leeft de hoop dat we daarvoor de interne markt van de Europese Unie kunnen recupereren.
Ik duim. Een open interne markt is de enige troef die Europa heeft op wereldschaal. We kunnen niet concurreren met China in grootschalige staatsplanning of met de VS in megasubsidiëring. Als we leiderschap zoeken in innovatie, technologie, industrie of defensie, dan is een Europese markt een noodzakelijk (maar niet voldoende) middel. Alleen zijn we dat de laatste jaren vooral vergeten. Het klimaat, de pandemie en de oorlog hebben de EU ondersteboven gekeerd. Niet meer de markt, maar de overheid. Niet meer een open speelveld, maar planning, sturing, relance en subsidies. Niet meer bescheiden lidstaten, maar activisme en protectionisme met schuldenpolitiek en staatssteun.
In die omwenteling was België de risee. Te rijk voor veel Europees subsidiegeld. Te klein voor nationale schaal en verankering. Te hoge belastingdruk en te grote begrotingstekorten voor een eigen industriepolitiek. Wij moeten met lede ogen toezien hoe Nederland 30 miljard belastinggeld reserveert voor industriële transitie, hoe Frankrijk ons verslaat in een subsidiewedloop, hoe Duitsland mega-investeringen lokt met tientallen miljarden staatssteun, hoe Italië 191 miljard Europees relancegeld kan combineren 200 miljard nationale schuldenpolitiek. Geen verrassing dat onze premier een strijdpunt maakt van de terugkeer naar marktorthodoxie in Europa.
Het is lang niet zeker of die terugkeer zal lukken. Het einde van de globalisering, het begin van nieuwe geopolitiek en de energietransitie betekenen een periode van grote economische transformatie waarin politiek en overheidsgeld een veel belangrijker rol spelen dan de afgelopen decennia. De Europese Unie heeft noch de bevoegdheden, noch de middelen om dat vanuit Brussel te coördineren. De staat is terug en dat betekent in eerste plaats vooral de natiestaat, met onderlinge concurrentie en met divergentie tussen nationale prioriteiten.
Maar de EU heeft troeven. De begrotingsdiscipline in de eurozone keert terug dit jaar, weliswaar in een wat afgewaterde vorm. Vrijgeleides voor nationale staatssteun aan bedrijven lopen af in 2025. De budgettaire behoeften voor klimaatbeleid, energie-infrastructuur, kritieke technologieën, strategische autonomie en defensiecapaciteit blijven. Als de Unie een manier kan vinden om op Europees niveau middelen te genereren en te poolen, komt ze aan zet. Vandaar de voorstellen voor een of ander defensiefonds of voor het kanaliseren van Europees spaargeld richting Europese investeringsprojecten.
België en Vlaanderen zijn zoals de EU. Ook wij missen fiscale en budgettaire capaciteit. Ook wij kunnen ons bezinnen over het inzetten van het spaarvermogen van onze gezinnen voor strategische investeringsnoden. Ik heb dat eerder verdedigd als een beter alternatief voor een staatsbon die overheidsschulden moet financieren. Jaarlijks vinden honderden miljarden spaargeld uit Europa in de VS rendabele investeringen. Als we dat wat kunnen keren, scheppen we echt investeringspotentieel. Maar we moeten snel zijn. Als we het niet in België of Vlaanderen doen, wacht straks een EU-platform. Dan zijn we opnieuw de risee. Daarom een oproep aan iedereen die dit aanbelangt: maak nu werk van spaargeld als strategisch investeringsgeld alhier, of riskeer dat het straks naar Europa trekt.
Verschenen als column in Trends 25.04.2024
Comments