Rusland heeft zijn etnische diaspora in landen zoals Oekraïne, Estland, Kazachstan, Moldavië en Litouwen gecultiveerd als een vijfde colonne in een beschavingsstrijd met het Westen.
Vorige week was de schilderachtige Hanzestad Tallinn, de hoofdstad van Estland, het toneel van een internationale conferentie. Ik mocht er spreken over non-discriminatie en de arbeidsmarkt in Europa. Maar het onderwerp op eenieders lippen was Rusland. Wie in Tallinn rondloopt, hoort veel Russisch. Toen ik daarover Estse officials interpelleerde, kreeg ik een emotionele spoedcursus geschiedenis en regionale politiek.
Een vierde van de Estse bevolking is van Russische afkomst, het merendeel geconcentreerd in de hoofdstad. De restant van georganiseerde migratie onder het Sovjetregime, heeft de grote Russische minderheid zich nooit geassimileerd. Hun kinderen studeren doorgaans in een parallel schoolsysteem, in het Russisch. Hun informatiebiotoop zijn de Russische staatsmedia. Velen hebben nog steeds niet de Estse nationaliteit en konden tot voor kort vrij teren op een Russisch paspoort.
Andere etnische Russen in Estland kiezen bewust voor stateloosheid: recht op langdurig verblijf in Estland, met alle rechten, maar geen staatsburger en de daaraan verbonden plichten. In het Noorden van Estland heeft de Russische minderheid lokaal zelfs de meerderheid. De apparaten van de Estse staat opereren dan blijkbaar feitelijk in het Russisch: de politie, justitie en de gemeenteraden, terwijl dat niet mag.
Een en ander deed mij denken aan enclaves van islamisme in het Westen: groepen die een grondgebied delen, maar niet de identiteit, de leefwereld en de waarden. Mijn Estse gastheren benadrukten dat de oorlog een kentering kon brengen maar dat het op eieren lopen is. Het vergt weinig verbeelding om te begrijpen dat de loyauteit van de etnische Russen in Estland niet noodzakelijk in Europa ligt. Een pro-Russische anti-EU partij bestaat al. En er hangt de schaduw van Rusland zelf boven elke agenda van assimilatie.
In lengte van jaren heeft Rusland zijn etnische diaspora in landen zoals Oekraïne, Estland, Kazakhstan, Moldavië en Litouwen gecultiveerd onder de ‘Russkiy mir’ doctrine: de idee van een Russische wereldgemeenschap ongehinderd door staatsgrenzen. Dat is ons in West-Europa bekend, maar je moet het voelen om het te beseffen. De oorlog in Oekraïne is niet alleen een geopolitiek maar ook een diep etnisch en cultureel conflict waarin het Poetinregime op zijn diaspora rekent als een vijfde colonne in Europa en Eurazië.
Het valt op hoezeer de Russische strategie die wij als imperialistisch beschouwen door Rusland zelf in zuivere democratische termen wordt gedrapeerd. Het gaat over politieke zelfbeschikking en culturele autonomie, over oppressie in samenlevingen waar een Russische tegencultuur gedijt. De ‘speciale militaire operatie’ is mede daarom geen oorlog maar een ingreep om de onderdrukte minderheid te bevrijden, met referenda erbovenop. Het is vernis en manipulatie, maar het appelleert toch aan een traditie en identiteit met wortels tot in de Europese Unie.
Rusland kan op enige sympathie en steun rekenen van staten zoals China, India, Turkije en Hongarije. Dat is niet alleen omwille van harde realpolitik maar ook omdat deze landen zichzelf evenzeer een bijzondere beschavingsidentiteit toedichten en de Europese of westerse context tot een bedreiging daarvan polemiseren. Voor China, zoals voor Rusland, is er daarenboven verloren territorium uit de Koude Oorlog waarvan de recuperatie als een historische evidentie kan worden geconstrueerd.
De oorlog in Oekraïne gaat nu zijn tweede fase in. Poetin escaleert en dat zullen wij ook moeten doen om Oekraïne zijn identiteit en autonomie te gunnen. De winter komt eraan en de crisis zal bijten. Nadien zal de strijd oplaaien en het lijden verdiepen alvorens we zicht krijgen op het vervolg. Hoeveel extra slagkracht heeft Rusland in huis? Kan Oekraïne standhouden of zijn tegenoffensief doorzetten dankzij nog meer en betere westerse wapens? Zal de legitimiteit en uiteindelijk de macht van Poetin slijten onder de toenemende tol van de oorlog? Kunnen de westerse democratieën verenigd blijven bij de oplopende prijs van de vrijheid?
Als wederzijdse escalatie de trend van deze oorlog niet keert, dreigt een slopend gevecht dat vroeg of laat tot een wapenstilstand dwingt. Uitputting kan dan een vuil compromis aanvaardbaar maken dat nu voor iedereen onaanvaardbaar is. Maar geen enkele uitkomst zal de geest van identitaire geopolitiek terug in de fles krijgen. We zullen ons moeten wapenen, ook economisch, politiek en cultureel, om terug de beschavingsstrijd om de waarden en de harten te voeren en te winnen. En dat zal ook binnen Europa nodig zijn, weten de Esten.
Lange versie van column verschenen in Trends van 29.09.2022
Comments