Jean Monnet, een grondlegger van de Europese eenmaking, schreef in zijn mémoires dat ‘Europe se
fera dans les crises et elle sera la somme des solutions apportées à ces crises’. Moest Monnet nog
leven, zou hij zijn dictum kunnen aanscherpen: Europa wordt niet alleen gevormd, maar
getransformeerd door crisis.
Het Europa van Monnet was West-Europese verbroedering rond de erfvijanden Frankrijk en
Duitsland, nadien aangevuld met democratiserend Zuid-Europa. Toen voormalige Oostbloklanden
zoals Polen, Hongarije, Bulgarije en Roemenië aansloten, verwachtten we cultuur-historisch
Europese landen die aan de verkeerde kant van het IJzeren Gordijn waren beland. Dat viel anders uit
in de praxis van democratie en rechtsstaat. Ondertussen zijn ook Moldavië, Albanië, Oekraïne en
Servië kandidaat-lidstaat. Opgezweept door Russische agressie wordt de EU minder een Europese
club en meer een geopolitieke coalitie op het westelijk deel van Eurazië. Sinds de Brexit ligt België
aan de buitengrens van een Unie waarvan het zwaartepunt naar het Oosten is verschoven.
De Europese politieke integratie is begonnen als een vredesproject. Onze sterkte was onze zwakte.
We wilden bouwen op de ‘zachte macht’ van humanitaire waarden, mensenrechten en vrijhandel. De
Unie moet nu aarden in een verharde wereld. We moeten onze buitengrenzen bewaken tegenover
een demografische en vluchtelingenrealiteit die onze welvaartsstaten niet aankunnen. We
manipuleren ons economisch gewicht om derde landen weg te houden van Russische export. We
herbewapenen. We mobiliseren civiele communicatie- en computertechnologie als wapens. We
maken van de Unie een militair en veiligheidsproject.
De Europese interne markt was het fundament van een Europese Unie die via open handel
gemeenschappelijke welvaart en vooruitgang beloofde. De Unie was de overtreffende Europese trap
van de globalisering. Ze moet nu wennen aan de-globalisering. We geloven niet meer in sterkte door
verbondenheid, maar in sterkte door autonomie. We scheiden van Rusland en diversifiëren weg van
China. We laten niet meer de handel maar de planning floreren. Klimaat, strategische industrie en
veiligheid hebben hetzelfde doel en hetzelfde middel: Europees leiderschap en Europese sturing.
De Europese monetaire unie was gemaakt om lidstaten aan gezonde overheidsfinanciën te houden.
De eurozone zou geleidelijk een groot Duitsland worden. Maar dat Duitsland bestaat niet meer. In
het opvangen van de pandemie, in de klimaattransitie naar net-zero, in de nieuwe koude oorlog met
Rusland en China, in de race voor Europese economische soevereiniteit laat iedereen het
overheidsgeld rollen en de schulden oplopen. De euro is niet langer een instrument voor
begrotingsdiscipline maar voor schuldenpolitiek.
Het DNA van de oude Europese Unie was het scheiden van politiek en economie. Het DNA van de
nieuwe Europese Unie is het vermengen van politiek en economie. Dat is de gemene deler van het
klimaatbeleid, het industrieel beleid, het geopolitieke en monetaire Europa, de sanctieoorlog tegen
Rusland en de nieuwe agenda ‘made in the EU’ voor zonnepanelen, windturbines, batterijen en
warmtepompen. De EU wordt een hoofdspeler in de de-globalisering door een mix van
staatsplanning, subsidierace, import- en exportbeperkingen, en Europese verankeringspolitiek.
Tegelijkertijd wordt de courante agenda van de EU er een waar bedrijven als politieke instrumenten
worden ingezet in hun activiteiten, zodat de Unie haar politieke doeleinden aan marktspelers
uitbesteedt en via hun marktpositie buiten de Unie projecteert. Het beheer van het internet en het
opleggen van sociale en ecologische standaarden aan buitenlandse handelspartners en
onderaannemers zijn daarvan twee recente voorbeelden.
De transformatie van de Europese Unie faciliteert een politiek-industrieel complex waarbij de grote
lidstaten en het grootbedrijf per definitie op de eerste rij staan. Het post-corona herstelplan bedeelt
vooral Spanje en Italië. De de-globalisering laat Duitsland en Frankrijk toe om het grove geschut in
overheidsinmenging en staatssteun boven te halen. Als een kleine lidstaat zoals België niet bij
voorbaat wil verliezen, moet het ook zelf strategisch politiek en bedrijf verbinden en bij andere
landen schaalvoordelen zoeken. En de vlam voor eerlijke vrijhandel niet laten uitdoven.
Lange versie van column uit Trends 16.03.2023
Comments