Europa is feitelijk in staat van oorlog en onze verkiezingen zijn oorlogsverkiezingen. Het is onvoorstelbaar hoezeer de politieke leiders in West-Europa niet de moed hebben dit aan de bevolking te bekennen en niet het staatsmanschap tonen om de strijd te leiden.
De verkiezingsklok tikt steeds luider. In het verkiezingsgewoel krijgen enkele thema’s opvallend weinig aandacht. De begroting. Het klimaat. De Europese Unie. Maar geen enkel thema wordt zo miskend als de oorlog in Oekraïne. Die oorlog is voor het Poetinregime in Moskou al lang geen ‘speciale militaire operatie’ meer. Het is een oorlog van Rusland tegen het Westen. Het is een oorlog tegen de wereldorde die het Westen na de Koude Oorlog heeft gebouwd op rechtsorde en instellingen. Dat heeft ook het autoritaire China goed begrepen, dat om die reden onwrikbaar aan de zijde van Rusland staat.
Aan het front in Oekraïne wordt beslecht of onze westerse waarden nog de maat van de wereld zullen bepalen in de 21ste eeuw. Of autoritaire regimes zich straffeloos van democratie en mensenrechten kunnen afkeren. Of potentaten de onderdrukking van zwakkere landen kunnen riskeren. Of vrijheid nog een mondiale aspiratie blijft. Of ons mensbeeld en maatschappijbeeld internationaal de referentie blijven, moreel gezag dragen, dan wel als westers cynisme kunnen worden afgewimpeld.
Bovenop de morele en psychologische symboliek is er de geopolitieke inzet. Op wereldvlak is Taiwan voor China wat Oekraïne is voor Rusland. Een Russische overwinning of zelfs de perceptie daarvan – in welke vorm ook – zou het risico van Chinese agressie fors verhogen, met grote gevolgen voor de stabiliteit van Azië en de relatie tussen China en de Verenigde Staten. Op Europees vlak staat of valt de stabiliteit van Oost-Europa, de Baltische staten en de Balkan met de uitkomst in Oekraïne, om nog te zwijgen van de politieke cohesie binnen de Europese Unie zelf – kijk naar Hongarije. Behoudens regimewissel in Moskou is een nieuwe lange koude oorlog met Rusland sowieso onze nieuwe werkelijkheid die we best vanuit een positie van sterkte aanvangen.
Ondertussen steekt de Europese Unie haar nek uit met beloftes van lidmaatschap of alliantie voor onder andere Oekraïne en Moldavië, pure fantasie als zelfs hun grondgebied in vraag staat. Ondertussen schuurt en wringt Rusland al met provocaties aan de Europese en NAVO-grenzen, tot en met het contesteren van de maritieme grenzen met Finland, Litouwen en Estland. Ondertussen heeft Europa al zowat alles gemobiliseerd voor feitelijke oorlogsvoering tegen Rusland: de financiële markten, handelsblokkades, economische sancties, grootschalige militaire en veiligheidssteun. Veel meer zal nodig zijn voor veel langer, als we de oorlog in ons voordeel willen beslechten. Dit gaat offers vergen. Zelfs het inzetten van onze eigen militairen is niet langer taboe, dixit de Franse president Macron.
Tel dat allemaal op en de oorverdovende stilte over Oekraïne tijdens de kiescampagne is ronduit verbijsterend. We zijn feitelijk in staat van oorlog en dit zijn feitelijk oorlogsverkiezingen. Het is onvoorstelbaar hoezeer de politieke leiders in West-Europa niet de moed hebben dit aan de bevolking te bekennen en niet het staatsmanschap tonen om de strijd te leiden. Want als Europa iets betekent, als de Europese Unie voor iets staat, dan is het een vredesverbond op het Europese continent. Als er iets is wat onze samenleving uit de spiraal van kleinzerige verdeeldheid en polarisatie kan verheffen, dan is het een collectieve strijd voor ons samenlevingsmodel van vrijheid en vrede.
Peilingen tonen een Europese publieke opinie die beseft dat Oekraïne de herbewapening van Europa vergt. Daarop moeten onze leiders toch kunnen bouwen. Was er al ooit een Europese verkiezing waarin het Europese project voor veiligheid en stabiliteit zo tastbaar dwingend en noodzakelijk was als nu? En toch heerst vooral stilzwijgen en wacht een voorspelde ruk richting euroscepticisme. Zo verliezen onze leiders de oorlog.
Verschenen als column in Trends 30.05.2024
Comments