Voor bedrijven is de globalisering 3.0 complexer en onvoorspelbaarder, want handel wordt er onderhevig aan nieuwe, niet-economische factoren, stelt professor Marc De Vos.
Economische globalisering is de samenloop van technologie, kapitalisme en vrede. De eerste globalisering, mogelijk gemaakt door stoom en telegrafie, liep ten einde door de Eerste Wereldoorlog. De tweede globalisering, opnieuw gedragen door revoluties in transport en communicatie, is gesneuveld in Oekraïne. Komt er een derde globalisering? We mogen veronderstellen dat een gedeeld fundament van waarden, regels en instellingen de wereld niet snel opnieuw op een gemeenschappelijke koers zal zetten zoals na het einde van de Koude Oorlog. Voor de voorzienbare toekomst zal de globalisering gepaard gaan met geopolitieke en nationalistische spanningen. Die realiteit betekent het einde van de globalisering met een universele aspiratie. In de plaats ervan komt een nieuwe fase waarvan we de eerste contouren ontwaren.
Vorige week toonde zowel de Verenigde Staten als China zich proactief in het smeden van internationale relaties in de Indo-Pacific. Op bezoek in Japan lanceerde de Amerikaanse president Joe Biden het Economisch Raamwerkverdrag, dat twaalf landen - waaronder Japan, Australië, Zuid-Korea, India en Indonesië - wil verbinden. Nagenoeg tegelijkertijd onthulde China een Globaal Veiligheidsinitiatief voor landen die veiligheid beogen op basis van de eigen soevereiniteit. Tot de doelgroep behoren Rusland en Brazilië, maar ook India en Indonesië, jawel. China en Amerika vallen elkaar ook voor de voeten in het opvrijen van een reeks kleine eilanden in de Stille Oceaan.
Die opstoot van diplomatieke paringsdansen is het begin van de globalisering 3.0. Daarin is vrijhandel niet langer een doel op zich. Handel is er de selectieve expressie van geopolitiek. De economische grootmachten van deze wereld, Europa inbegrepen, gebruiken hun markten om kleine of ontwikkelende landen strategisch aan zich te binden. Daarin gaan ze ook in concurrentie met elkaar, in een verleidingsopbod om geografisch nuttige landen een kamp te doen kiezen.
Voor bedrijven is de globalisering 3.0 een mijnenveld.
Onder de globalisering 3.0 is het veiligheid en macht eerst, handel later. Daardoor verbreedt en verdiept de globalisering. Het gaat niet alleen over minder handelsbelemmeringen, maar ook en vooral over meer alliantie: gedeelde waardeketens, grondstoffen, energie, infrastructuur, cyber, belastingregels en anticorruptie. Handel is de laatste schakel in een keten van strategische verbinding waarbij de dominante economische macht de partnerlanden veel meer biedt dan louter handel. Dat is de essentie van wat Amerika nu in Azië voorstelt. China was daarin de pionier met zijn Nieuwe Zijderoute, gebouwd op Chinese investeringen en infrastructuur. Vrijhandel verdwijnt niet volledig, maar krimpt. Het speelveld voor open concurrentie wordt klein. Zelfs zonder geopolitieke schaduw denken alle landen aan zekerheid. Kleine landen verkrijgen die door te poolen met de grote, de grote spelers door hun eigen soevereiniteit. Hele sectoren van de moderne economie worden zo via een grootschalig industrieel beleid buiten de globalisering geplaatst. Denk aan batterijen, chips, energie, satellieten, vliegtuigen en ga zo maar door. De grote ontkoppeling komt in het digitale omdat die economie, veiligheid, kapitaal en wapens verbindt. Digitalisering is de dynamo van de globalisering 3.0. Het is te hopen dat een planetaire consensus nog mogelijk is voor planetaire uitdagingen zoals het klimaat of pandemieën. Voor bedrijven is de globalisering 3.0 alvast een mijnenveld. Complexer en onvoorspelbaarder, want handel wordt er onderhevig aan nieuwe, niet-economische factoren. Risicovoller, met meer noodzaak tot strategisch anticiperen en scenarioplanning. Delicater, want bedrijfswaarden, ethische normen en morele principes doorkruisen wat voordien alleen een economische calculus was. Just in time was het mantra. Nu is er ook just in case, just maybe, of just no way.